Gemeenten experimenteren:

(Kwetsbare groepen in) Duale trajecten


Gemeenten die al aan de slag zijn helpen jou verder. Zo ook Arnhem en Tilburg. Zij en 7 andere gemeentelijke aanpakken deden mee aan de pilot (Kwetsbare groepen in) duale trajecten. Binnen het pilotprogramma experimenteren gemeenten op onderdelen in de nieuwe wet. Benieuwd wat jouw gemeente van hun ervaringen kan leren? Dat lees je hieronder. En lees meer over de ervaringen van de andere pilotaanpakken en lessen die zijn opgetekend door het onderzoeksbureau in het eindrapport.

Pilot Duale trajecten – gemeente Arnhem

Gemeente Arnhem ziet dat veel nieuwkomers graag aan de slag willen, maar aan de zijlijn komen te staan. Bij de Mondmaskerfabriek combineren ze leren en meedoen.

Het programma begint vanaf dag 1 op de leerwerkplek. Naast het reguliere inburgeringstraject krijgen deelnemers op de werkplek verschillende trainingen aangeboden. Ook bouwen deelnemers aan een netwerk met Nederlanders en andere vluchtelingen. Daarnaast wordt ondersteuning geboden op het gebied van taal, inburgering, persoonlijke ontwikkeling en welzijn. meer info

Gemeente Tilburg


Interview

Door Gemeenten Tilburg, Hilvarenbeek, Goirle, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Dongen, Oisterwijk, Gilze en Rijen Voor 60 inburgeringsplichtige statushouders die al een brede intake achter de rug hebben en gemotiveerd zijn om aan het programma deel te nemen Wat Starttraject Inburgering+ (deel 1, de weken 0-10, van dit traject is vanaf 1-1-2021 samengevoegd met de brede intake. Deel 2, de weken 10-16, heet vanaf 1-1-2021 het oriëntatietraject) een participatietraject van 4 dagdelen per week, waarin de statushouder actief aan de slag gaat. Doel van het traject is om een beter beeld van de toekomst in Nederland te krijgen. De deelnemers volgen de eerste 8 weken trainingen en workshops over de Nederlandse samenleving, vrijwilligerswerk en arbeidsparticipatie. Na afloop presenteren deelnemers hun toekomstplan aan de klantregisseur, waarna ze 17 weken vrijwilligerswerk gaan doen. Naast dit vrijwilligerswerk (10 tot 15 uur per week) is er ruimte voor coaching, sociale activiteiten met een maatje en de reguliere inburgeringslessen. Achter de schermen wordt met de inzet van 2 nieuwe spilfunctionarissen de samenwerking tussen betrokken partijen in Hart van Brabant versterkt. Met Refugee Team (een Brabantse organisatie met veel ervaring bij het vinden van vrijwilligerswerk voor nieuwkomers), maatschappelijke organisaties en werkgevers.

Duaal traject in 26 weken Het doel was tevens dat statushouders vanaf de opvang meteen konden starten met de vervolgroute. In de praktijk bleek dat niet het geval. Een brede intake van twee introductiedagen is te kort om een goed beeld te krijgen van de statushouder en een vervolgroute te kunnen bepalen. Daarnaast was er niet altijd een passend vervolgaanbod in de vorm van een duaal traject beschikbaar. De spilfunctionarissen en partners hadden meer tijd nodig hadden om duale trajecten op te tuigen. Daarom is met het Refugee Team een traject opgezet van 26 weken, gericht op een beter beeld krijgen van de statushouder om een goed PIP op te kunnen stellen waarbij ook aandacht is voor activering, taal en oriëntatie op het vervolgtraject.


'Hierdoor zullen zij carnaval waarschijnlijk nooit vergeten.'

Ben je benieuwd naar alle wijze lessen uit de pilot? De ervaringen van de deelnemende gemeenten vind je terug in het onderzoeksrapport, opgesteld door Regioplan. Hoe werkte de combinatie van de taal leren & participeren? Welke vragen van gemeenten zijn met de pilot beantwoord? Gebruik de uitkomsten om ook in jouw gemeente al in de geest van de nieuwe wet te gaan werken.

Onderzoeker Jeanine Klaver: 'Duale trajecten lijken te doen wat ze moeten doen: leren door te doen. En door te doen, ook durven praten. We hebben geen effectmeting uitgevoerd. Maar in de praktijk zien we dat duale trajecten de taalverwerving van inburgeraars stimuleren. En dat er eerder kennis wordt gemaakt met de Nederlandse werkvloer. Het is mooi om te zien dat dit met name voor analfabete en laaggeletterde inburgeraars grote meerwaarde biedt. Dat is zeker een pleidooi om ook in de Z-route goed te kijken hoe je het op de duale manier kunt aanpakken.'

Pilot Tilburg - (Kwetsbare groepen in) Duale trajecten

‘Je wilt dat de statushouder eigenaar is van zijn eigen plan’

Taal en participatie: twee verschillende werelden die niet met elkaar werden gecombineerd. Zo ervaarden de regiogemeenten in Hart van Brabant de (re)integratietrajecten binnen de huidige dienstverlening. ‘Met de pilot duale trajecten wilden we deze twee elementen koppelen, zodat ze elkaar kunnen versterken in plaats van dat ze een barrière oproepen voor elkaar,’ zegt Floor Schalken projectleider Inburgering+. ‘Met de pilotsubsidie hebben we dit probleem kunnen aanpakken, al liep dat anders dan we van tevoren hadden gepland.’ Het plan was om vanuit inburgeringsscholen de connectie te zoeken met organisaties die participatiecomponenten aanbieden. Om zo samen tot een duaal programma te komen. ‘Daar hebben we in het begin veel energie in gestoken,’ vertelt Schalken. Uiteindelijk bleek dat de inburgeringscholen dat vaak niet zagen zitten, omdat het niet binnen hun corebusiness paste. Schalken: ‘Toen hebben we het omgedraaid. We hebben een innoverende en vooruitstrevende partij gevonden die zich specialiseert in participatie. Zij hebben twee inburgeringscholen gevonden die ook mee willen werken aan deze innovatie.’


'We willen niet alleen zender zijn maar ook aanvoerder.'

Inburgering+ Het duale traject is uitgevoerd als deelpilot van de overkoepelende pilot Inburgering+. ‘Het is heel fijn dat we dit in samenhang hebben uitgevoerd,’ vertelt Schalken. ‘Je hebt een doorlopend traject nodig, dat start met begeleiding vanaf de opvang en doorloopt naar de brede intake, een duaal traject en uiteindelijk eindigt in een succesvolle inburgering.’ De regiogemeenten zagen vaak dat er wel vroegtijdig een brede intake werd afgenomen, maar daarna niet werd doorgepakt. Bijvoorbeeld omdat er geen passend vervolgtraject was. ‘Met de overkoepelende pilot hebben wij dat nu wel kunnen doen.’ Motivatie Volgens Jorrit Hermes, spilfunctionaris en accountmanager arbeidsmarkt, is goed doorpakken enorm belangrijk. ‘Vaak zie je dat iemand volledig gedeactiveerd is als hij of zij eerst een jaar of langer de taal moet leren en daarna nog moet participeren. Statushouders hebben vaak allerlei ideeën, plannen of dromen als zij naar Nederland komen. Zorg dat je gebruik maakt van die motivatie. Vervolgens moet je verwachtingen blijven managen en sturen op een realistisch en haalbaar plan.’ Flexibele houding In samenspraak met de gemeente kan het PIP ook bijgesteld worden. ‘Je wilt dat de statushouder eigenaar is van zijn eigen plan,’ legt Hermes uit. ‘We willen niet alleen zender zijn maar ook aanvoerder. Dat vraagt ook om een flexibele houding bij de gemeenten.’ Daarnaast vinden de gemeenten dat inburgering ook gewoon leuk mag zijn. ‘We hebben gewerkt met acteurs en deelnemers laten oefenen met situaties waarin bijvoorbeeld iemand te laat komt op werk. Dat werkt veel beter dan zeggen je mag niet te laat komen,’ vertelt Schalken. Hermes vult aan: ‘Met carnaval gingen ze deze winter bijvoorbeeld in carnavalskleding naar een schaatsbaan. Dat is echt inburgeren twee punt nul, dat is gewoon top. Iedereen vond het fantastisch en hierdoor zullen zij carnaval waarschijnlijk nooit vergeten.’

Belangrijkste lessen

  • Inburgeren mag leuk zijn. Onderneem verschillende sociale activiteiten en gebruik afwisselende werkvormen. Dan komen de talenten van statushouders vanzelf naar voren.
  • Laat de statushouders zelf de regie nemen.
  • Wees oprecht geïnteresseerd in de statushouders en leer hen kennen.
  • Vroege activatie werkt. Dit is een investering, maar deze betaalt zich later terug.

Aanpak doorzetten Terugkijkend zijn Schalken en Hermes tevreden over de pilot en de steun vanuit het ministerie van SZW. ‘Het heeft een enorme boost gegeven aan het optuigen van iets nieuws,’ aldus Schalken. ‘We draaien nog steeds met het programma dat we hebben opgezet. Veel elementen, zoals de lessen, worden ook een-op-een overgenomen als de nieuwe wet in werking treedt. Zonder de pilot was dat wellicht heel anders gelopen.’

Lessen van de pilot Duale trajecten

Begin op tijd: het inhoudelijk en organisatorisch opzetten van het traject, de werving en de indeling in groepen kosten vaak meer tijd dan van tevoren gedacht.

Ken je doelgroep: voor het opzetten van een duaal traject is het van belang om de inburgeraars goed te kennen; wat is hun taalniveau en hebben zij te maken met belemmeringen? Dit geldt zowel voor een individuele aanpak (om het traject vorm te geven) als voor een groepsgewijze aanpak (om passende groepen te vormen). De ‘brede intake’ en het ‘PIP’ kunnen hieraan bijdragen. Samenwerking met maatschappelijke begeleiding draagt bij aan een integrale dienstverlening en een sluitend vangnet voor de doelgroep.

Verschillende positie asielmigranten en gezinsmigranten: asielmigranten hebben doorgaans een uitkering en zijn daardoor in beeld bij gemeenten. Gezinsmigranten hebben geen uitkering, en zijn daardoor minder goed in beeld en bovendien niet verplicht om te participeren. Gemeenten kunnen voor gezins-migranten dus minder goed sturen op een duaal traject. Als gevolg hiervan wordt de groep gezinsmigranten op dit moment vaak vergeten, maar duale trajecten kunnen ook voor deze groep meerwaarde hebben.

Zorg voor voldoende massa: groepsgewijze activiteiten vergen voldoende deelnemers om klassen te vullen. Met name wanneer differentiatie gewenst is, bijvoorbeeld naar taalniveau of naar sector, wordt dit organisatorisch een uitdaging. Ook zijn gemeenten hiervoor afhankelijk van de instroom van statushouders. Kleinere gemeenten hebben hier meer moeite mee dan grote gemeenten, aangezien zij minder statushouders toegewezen krijgen.

Bied intensieve individuele begeleiding: regelmatige gesprekken met de inburgeraars zijn belangrijk gedurende het hele traject. Bij de start om deelnemers te stimuleren en motiveren voor het duale traject en eventuele belemmeringen voor deelname weg te nemen (‘basis op orde’), en gedurende het traject ter voorkoming van tussentijdse uitval. Het opbouwen van een vertrouwensband is belangrijk. De inzet van ervaringsdeskundigen met een vluchtelingenachtergrond kan een belangrijke rol spelen bij het slaan van een brug tussen de leefwereld van de inburgeraar en de systeemwereld in Nederland.

Bied nazorg voor duurzame plaatsing: succesvolle plaatsing bij een reguliere werkgever vraagt om een vorm van nazorg, omdat in de praktijk fricties kunnen ontstaan als gevolg van miscommunicatie en onbekendheid met de (culturele) omgangsvormen op de werkvloer. Via jobcoaching kunnen eventuele knelpunten worden besproken en opgelost met de inburgeraar en werkgever. In het kader van nazorg kan de inzet van individuele taalcoaching op de werkvloer ook bijdragen aan een duurzame plaatsing.