Aan de slag met...

financieel ontzorgen


Financieel ontzorgen is een belangrijk onderdeel van de Wet inburgering 2021. Gemeenten zijn verplicht om hier werk van te maken, door bijstandsgerechtigde asielstatushouders 6 maanden financieel te ontzorgen. Doel is deze groep in de eerste maanden na huisvesting in gemeenten goed te kunnen laten focussen op hun inburgering. De periode van ontzorgen kan daarnaast worden benut om te starten met de begeleiding van asielstatushouders naar financiële zelfredzaamheid. Gemeenten hebben de ruimte om zelf in te vullen hoe ze dit doen. Hoe kun je dit aanpakken? We geven je twee handige voorbeelden.

De gemeente Utrecht gebruikt hiervoor sinds 2015 het ‘Huishoudboekje'. Mensen die hulp willen bij hun geldzaken, kunnen zich hiervoor aanmelden. Dit geldt ook voor statushouders; inmiddels doen er in Utrecht 25 mee. Inkomsten van deelnemers (loon, uitkering, toeslagen) komen automatisch binnen op een rekening van de gemeente. Die betaalt daarvan maandelijks de belangrijkste vaste lasten; instanties krijgen hiervan bericht. De gemeente maakt wekelijks of maandelijks een overgebleven vast bedrag (leefgeld) over naar de rekening van elke deelnemer. Dit voorkomt bijvoorbeeld dat mensen zich moeten melden bij de Voedselbank. Via de website van het Huishoudboekje kunnen deelnemers op elk moment hun inkomsten en uitgaven inzien. Dit geeft overzicht en financiële rust.

Het Nibud ontwikkelde een online ‘geldplan voor Statushouders’. Dit plan legt uit wat nieuwkomers financieel moeten regelen. En vergroot zo de financiële (zelf)redzaamheid van statushouders.

Tips en handvatten

Huishoudboekje gemeente Utrecht

  • Het Huishoudboekje is een snelle, laagdrempelige en goedkope manier om mensen met geldzorgen te helpen. Goedkoper dan budgetbeheer- en schuldhulpverleningstrajecten, waar mensen bovendien minder vaak voor in aanmerking komen.
  • Pas als iemand financiële rust heeft, komt hij toe aan andere inburgeringsstappen.
  • Statushouders met een gedeeltelijke bijstandsuitkering kunnen ontzorgd worden. Het Huishoudboekje is hiervoor prima geschikt. De drempel om mee te doen is laag; ook als iemand salaris krijgt, kan hij meedoen.
  • Zodra een statushouder zich vestigt en een huurcontract tekent, kun je het instrument inzetten. Het in orde maken van het Huishoudboekje loopt dan parallel aan de aanvraag voor (bijzondere) bijstand. En doordat we in Utrecht vaart zetten achter het afhandelen, komt een overbruggingskrediet al na 2 dagen binnen via het Huishoudboekje. Daarvan kan dan de eerste huurbetaling worden gedaan. Dit voorkomt dat mensen direct een huurachterstand oplopen.
  • De gemeente Utrecht vangt met het Huishoudboekje tot 1.500 euro aan verschillen tussen inkomsten en uitgaven op. Denk aan situaties waarbij het even duurt voordat uitkeringen of toeslagen binnenkomen. Zonder zo’n bufferbedrag werkt een initiatief als het Huishoudboekje niet. De hoogte van dit bedrag bepaalt een gemeente zelf; kijk naar wat je realistisch gezien nodig hebt voor het opvangen van schommelingen.
  • De ervaringen zijn erg positief. Daarom zijn er inmiddels plannen om ook andere betalingen via het Huishoudboekje te laten lopen. Denk aan premies voor woonverzekeringen en abonnementskosten voor internet en mobiele telefonie.
  • Informatie in en over het Huishoudboekje is in het Nederlands. Wel gebruiken we logo’s van instanties, voor de herkenbaarheid.. De begeleiding vanuit Vluchtelingenwerk gebruikt tolken. Analfabeten krijgen uitleg aan de hand van de logo’s van instanties.
  • Wil iemand stoppen met het Huishoudboekje? Dan bouwen we dat geleidelijk af. Dit doen we door steeds meer betalingen via de eigen rekening van mensen te laten lopen. Het is goed om mensen te blijven begeleiden, totdat ze het helemaal zelf kunnen.

Geldplan Statushouders - Nibud

  • Het Nibud heeft een budgettraining voor statushouders, een geldplan voor statushouders en een meetinstrument financiële (zelf)redzaamheid. Alle 3 hebben ze hun eigen toegevoegde waarde (en-en-en). Kijk wat iemand nodig heeft en zie de instrumenten als complementair.
  • Veel statushouders kunnen in de basis prima met geld omgaan. Dat konden ze in hun land van herkomst immers ook. Waar ze vooral hun weg in moeten leren vinden, is de Nederlandse financiële wet- en regelgeving. Pas daar je begeleiding en training op aan, door te vragen welke leerbehoefte deelnemers hebben.
  • Zet in trainingen mensen met dezelfde taal zo veel mogelijk bij elkaar, dan heb je minder tolken nodig.
  • Biedt in budgettrainingen informatie aan in kleine, behapbare brokken (‘microleren’). Hierdoor pikken cursisten dingen makkelijker op en komen ze snel verder (succeservaringen). Dit motiveert mensen om aan de slag te gaan met wat ze hebben geleerd.
  • Zorg dat je weet wat iemands beginniveau is en welk eindniveau ze willen halen. Maak dit concreet, zodat je kunt ‘meten’ hoeveel (zelf)redzamer iemand is geworden. En zodat je kunt inschatten wanneer iemand het zelf kan. Het Nibud maakt hier momenteel een meetinstrument voor.
  • Gemeenten kunnen gebruikmaken van ons geldplan voor statushouders. Deze online tool geeft statushouders en hun begeleiders inzicht in het actuele Nederlandse systeem van regels rondom geldzaken. En helpt hen om hun geldzaken in balans te houden of te krijgen. Om statushouders makkelijker wegwijs te maken, gebruikt de tool 3 ondersteunende talen: Engels, Arabisch en Tigrinya.
  • Zet een instrument als het geldplan pas in na de eerste fase van ontzorgen. En heb/maak als gemeente duidelijk welke hulp je wel en niet kunt bieden aan statushouders.

Ook al is de nieuwe wet nog niet ingegaan, ook nu al is het mogelijk te werken aan de financiele zelfredzaamheid van statushouders. Door bijvoorbeeld cursussen of individuele begeleiding aan te bieden.

Deze tekst is een bewerking van de websessie ‘Financieel ontzorgen’ op 3 juni, onderdeel van de reeks sessies ‘Inburgering in uitvoering’ georganiseerd door Divosa, de VNG en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.